tekst: Huub Oosterhuis, muziek: Antoine Oomen
Wat in stilte bloeit, in de luwte van tuinen,
onder de hete zon, op de akker,
heeft Hij bestemd voor de tafel der armen.
Aardekracht, zonkracht is Hij, licht in mensen,
dat wij elkaar verblijden en doen leven,
brood van genade worden, wijn van eeuwig leven.
Maar die niets hebben, wie zal hen hieraan deel geven?
En die in weelde zwelgen en van niets weten,
wie zal hen naar gerechtigheid doen verlangen?
Aanschijn der aarde, wie zal jou vernieuwen?
Hij die alles zal zijn in allen, heeft ons bestemd
om, aarde, jouw aanschijn te vernieuwen.
Het is 2 september 2025 en nazomer. De herfst is in aantocht. Dat zie je, voel je en ruik je. Alles kwam uit en kwam in stilte tot bloei, maar nu zal het weer afsterven om in het voorjaar weer opnieuw uit te lopen en tot bloei te komen.
Zo gaat het jaar in, jaar uit. Het is de cyclus van het leven. Het is het mysterie en het wonder van het leven.
Het lied ' Wat in stilte bloeit' (ook bekend als ' de tafel der armen') gebruik ik vaak in de viering als tafellied. Het lied gaat niet alleen over de cyclus van het leven, maar ook en vooral over wat het leven leven doet. Niet alleen in letterlijke zin, maar ook in figuurlijke, overdrachtelijke zin.
Het zingt over de tuin van Eden, het paradijs en over dat alles weer vernieuwd zal worden. Het zingt over hoop en verwachting, maar het is ook een wegwijzer; aan die wereld moeten we werken, moeten we op weg gaan.
De grote vraag is: HOE. Hoe moet dat gebeuren als de werkelijkheid om ons heen daarmee zo in contrast staat. Er zo'n groot verschil is tussen die ideale wereld en de wereld waarin we leven.
Want die wereld wordt nu gekenmerkt door oorlog en geweld, hongersnood, nood vanwege natuurrampen. Ik hoef het dagelijks journaal hier niet samen te vatten, we weten het maar al te goed. Maar ja, het contrast is groot. Daar is veel aandacht voor en terecht. Het onrecht moet aan de kaak gesteld worden.
Maar er is ook een andere werkelijkheid: die van het goede en het recht dat wordt gedaan. Daar wordt minder over gesproken. Je zou kunnen zeggen: dat bloeit in stilte, in de luwte. Maar het is er wel degelijk. Dat is hoopgevend en dat hebben we ook nodig.
Het lied ‘Wat in stilte bloeit’ gaat hierover. Nier alleen als visioen, maar ook als opdracht aan ons.
De eerste regels gaan over alles wat in stilte bloeit, dat wil zeggen, zonder dat het erg opvalt. In luwte van tuinen, dat doet een beetje denken aan de Tuin van Eden. Of onder de hete zon, waar de mens in het zweet des aanschijns zijn brood verdient. Of op de akker, waar het is uitgezaaid en bijna onmerkbaar, in stilte, bloeit en vrucht draagt.
Hij, de Schepper van hemel en aarde, die nog altijd scheppend aanwezig is, heeft dat bestemd voor de ‘tafel der armen’. Dat kan de tafel van de ‘armen van geest’ zijn: zij die in armoede of onwetendheid leven. Maar misschien ook van die mensen, die niet voor zichzelf leven. De mensen die het goede in stilte tot bloei kunnen laten komen.
Hij, de Schepper, is aardekracht en zonkracht. Dat is een mooi beeld. Het groeien, letterlijk de groei in de natuur, maar ook de groei van recht en vrede, komt van twee kanten: van beneden, de aarde, en van boven, de zon. De Schepper is het licht in mensen, de daadkracht die in mensen kan oplichten, de groeikracht. Zodat we elkaar recht kunnen doen en leven mogelijk maken.
Mensen die elkaar ontmoeten rond de tafel met brood en wijn. Niet zo maar brood; het is brood van genade, van liefde die om niet gegeven wordt. En het is wijn van eeuwig leven, van intense vreugde, waaraan geen einde komt. Wat in stilte bloeit is dus niet zo maar brood en wijn. Het is een teken van licht, vreugde, leven, van bevrijding waarover de bijbel spreekt.
In het derde couplet komt dan toch de vraag: hoe moet dat dan? Zijn er niet heel veel mensen die niets hebben? Zijn er ook niet heel veel mensen die in weelde leven en die van niets weten, of van niets willen weten? Zullen die wel ooit verlangen naar gerechtigheid? Wie zal bij hen dat verlangen wakker roepen?
Hoe zal het aanschijn van de aarde vernieuwd worden? Wie gaat dat doen? De Schepper? Hij, die alles in allen zal zijn? Ja, gedeeltelijk wel. Dat heeft het lied al in het begin gezegd: aardekracht, zonkracht is Hij, dat is niet niks. Maar diezelfde Hij heeft dat vernieuwen van het aanschijn van de aarde ook gedelegeerd. Aan ons. Dat staat ons te doen. Door te delen met wie niets hebben, gerechtigheid voorleven aan hen die van niets weten.
‘Wat in stilte bloeit’ is een prachtig tafelgebed. Zonder de instellingswoorden (‘Dit is mijn lichaam…’), zonder zelfs maar de naam van Jezus van Nazareth te noemen zingen we uit wat we verwachten, hopen en heilig van plan zijn te gaan doen.
Daarom vind ik het een prachtig lied. Omdat het hoopvol is. Alles zal veranderen, maar het zal beter worden. Omdat het zo actueel is. We horen van de ellende en zo weinig over wat goed gaat. Maar die hoop van het geloof geeft moed om het vol te houden, kracht om verder te gaan. Zodat de aarde uiteindelijk vernieuwd zal worden.
ds. Bob Wijnbergen