DERDE ZONDAG VAN DE ADVENT

 

EERSTE LEZING: Jesaja 65, 17-25

TWEEDE LEZING: 1 Thessalonicenzen 5, 12-24

EVANGELIE: Johannes 3, 22-30

17 decemberDe leerlingen van Johannes hebben een woordenstrijd met andere Joden over het reinigingsritueel. En ze komen naar Johannes en zeggen: heeft u het gezien? Die Jezus die u gedoopt heeft, over wie u het had, die is voor zichzelf begonnen. Hij doopt en allen komen bij hem. Moet je toch niet aan denken? Doe je je week in week uit je uiterste best voor een mooie en goede kerkdienst, gaan ze naar je collega een dorp verderop. Moet je kijken: die kerk van de Nazarener, die zit iedere zondag vol.

Waar gaat het nu om in de kerk? Is die kerk nu doel op zich of is het misschien wel helemaal niet zo verschrikkelijk als die kerk kleiner wordt en hier en daar zelfs verdwijnt?

Er is een mooi altaarstuk van de middeleeuwse schilder Grünewald. Op één paneel van dat altaar zie je de gekruisigde Christus, vol wonden, stervende. Onder de omstanders staat onder andere Johannes de Doper die op Jezus wijst. Tegen de zwarte hemel staan in het latijn zijn woorden uit het evangelie: Hij moet groeien, ik moet kleiner worden.

17 decemberHet gaat er niet om dat jij groter of belangrijker bent dan de ander, of jouw kerk groot is of niet, of je de beste bent. Het leidt allemaal af. In deze adventstijd worden we uitgenodigd om het los te laten en ons door Johannes te laten wijzen op Christus, op de komende. Dat we hem niet in de weg staan, maar plaats maken. Voor hem, voor de ander.

Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.