EERSTE LEZING: Koningen 4, 18-21
TWEEDE LEZING: 1 Korintiërs 9, 16-23
EVANGELIE: Marcus 1, 29-39

In het evangelie van vandaag horen we dat Jezus zieken genas, duivels uitdreef en verkondigde, maar ook dat Hij de gewoonte had naar een eenzame plaats te gaan om er te bidden. Hij voelde de nood in contact te blijven met het feit dat Hij de Geliefde van God was.

4 februariJezus draagt en deelt heel zijn leven het lot van zieken en melaatsen, van maatschappelijk uitgerangeerde mensen, van armen en zondaars. Dat is kenmerkend voor Jezus' weg en werk. Maar Jezus snakt ook naar schaduw, hij zoekt rust die hem nauwelijks wordt gegund. Want zijn leven is dienst, harde, zware dienst, dienst letterlijk onder de mensen. Jezus is de last, de moeite en de pijn van het mensenleven niet uit de weg gegaan, maar hij heeft die op zich genomen. Hij heeft eronder gezucht. En juist daarom is dat moeitevolle, belaste gekwelde leven van zo velen niet zonder hoop en uitzicht. Want Jezus is in dat moeitevolle leven afgedaald en heeft zich eraan verbonden. Ja, hij redt dat leven van de ondergang, uit de macht van de dood. De naam Jezus betekent: God redt! Hij laat ons niet liggen, maar ziet naar ons om, richt ons op, geeft ons nieuwe moed. Zo schept Jezus in zijn woord en daad nieuw vertrouwen, nieuwe verwachting, nieuwe hoop. De zieken bij Jezus zijn standvastig en houden vol. Zij geloven heilig in God die het voor ze opneemt, ja die ze zelfs door de dood heen zal halen. Begrijpen wij dat? Hier wordt ons nieuw leven aangezegd en genezing. Laat die belofte voor ons genoeg zijn.

Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.