Eerste lezing: Jesaja 43, 1-12
Evangelie: Johannes 21, 1-14
We treffen we de leerlingen aan bij de zee van Tiberias, dat is het meer van Galilea. Ze hangen een beetje in het luchtledige, zou je kunnen zeggen. Het hele gebeuren rond Jezus’ dood en opstanding is voorbij, en nu?
Niets hebben ze gevangen, hun werk is tevergeefs. Hun humeur zal er niet op vooruit zijn gegaan. Maar dan staat er ineens een man aan de oever die hen roept. De nevel hangt nog over het water, dus ze zien hem niet duidelijk. Hij roept, en zijn stem is vreemd vertrouwd. De manier waarop hij hen aanspreekt ook: Kinderen! Jongens! Hebben jullie niet iets te eten?
Jezus wil ons leren de ogen te openen voor andere opties. Want Hij is er niet alleen, Hij spreekt je ook aan op allerlei manieren. Hij weet raad, wat uw of wat jouw situatie ook is. Zo roept Hij ook vanmorgen: Kind! Hoe is het? Wat gaat er niet goed? Hij roept jou, en u, en mij. En Hij opent een toekomst, waar je die zelf niet ziet. Net zoals Hij opstond uit het graf, waar niemand meer toekomst zag!
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.