In de viering van zondag 6 juni lezen we uit Marcus 3, 20-35.
In deze lezing heeft Jezus het aan de stok met een theologencommissie, Schriftgeleerden die speciaal vanuit Jeruzalem waren gekomen om hem aan de tand te voelen.
In Kafarnaüm had Jezus in korte tijd een flinke reputatie opgebouwd. Voor velen was Hij een idool geworden: ze probeerden een glimp van Hem op te vangen, Hem even aan te raken, en hoopten ooit eens van dichtbij een wonder mee te maken.
Maar door de woorden die Jezus vandaag spreekt, beginnen zelfs zijn naasten te twijfelen aan zijn mentale vermogens: is hij wel bij zijn volle verstand? Ze vrezen voor zijn veiligheid en willen hem mee naar huis nemen.
“Uw moeder en uw broers daarbuiten vragen naar U” klinkt het binnen. Even is het stil. En dan: “Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers? Jullie zijn mijn moeder en mijn broers. Want mijn broeder en mijn zuster en mijn moeder zijn zij die de wil van God volbrengen”. En Jezus kijkt de mensen die in een kring om Hem heen zitten, één voor één aan…
Hij kijkt ook ons aan, elk van ons. Wie is Hij voor ons? Waar staan wij? Binnen of buiten?
Of zijn we zoals die Schriftgeleerden uit Jeruzalem, en willen we met Hem een theologisch dispuut aangaan om te achterhalen wie de waarheid in pacht heeft?
Of staan we misschien buiten, midden in de menigte die vooral Jezus-de-wonderdoener aan het werk wil zien, de oplosser van al onze kwalen en problemen?
Aan ieder van ons om ten opzichte van Hem, onze plaats te bepalen.
Voorganger in de viering is pastor Frank Beuger.